16 november 2015

Af en toe.....

Gaan  Pa en Moe ...
U kent het vervolg wel! Het lied van een gezin dat een dagje naar de speeltuin gaat met veel pret en ook verdriet en klein leed. Er wordt een beeld geschetst dat wij vast wel herkennen uit onze jeugd.
Eind 19e eeuw bedacht de gegoede burgerij dat al die arme kinderen in kleine huisjes en nauwe straten meer lichaamsbeweging konden gebruiken. Zij richtte de eerste speeltuinen op.

Maar er was geen toezicht en deze raakten al gauw in verval.  In 1899 nam een arbeider uit de Czaar Peterstraat in Amsterdam het initiatief tot het oprichten van een speeltuinverenigingen hij schreef:
"Niet de jeugd is misdadig, maar de samenleving want ze ontneemt de jeugd alle gelegenheid te spelen, tot goede lichamelijke ontwikkeling te komen. Geef de jeugd de gelegenheid."
Zo kwam er in 1900 de Oosterspeeltuin en volgden er weldra vele speeltuinen door heel het land. Op 7 april 1959  werd onze eigen speeltuin, toen nog "Geinbrug" geheten, opgericht door een aantal betrokken buurtbewoners, die het kindertal in ons dorp zag toenemen. De vorig jaar nog prachtig vernieuwde speeltuin heet nu Disneyland.

Maar dat was niet onze eerste speeltuin! Toen onze leden Henk Niessing en Henri Kalle  Piet Koster (zijn vader was vroeger o.a. molenbouwer TK) spraken, vertelde die:
"Mijn vader had vroeger een speeltuin (gelegen tussen Lange Stammerdijk 13 en het volgende pand - zie bijgaande foto -  TK) Die speeltuin had een naam, hij heette 'De Engel'. Er kwamen toentertijd veel plezierbootjes door de Gaasp. Ook van die roeibootjes, van die Werries (?) met drie, vier personen erin, en die legden dan aan om een kopje thee te drinken bij de uitspanning van mijn vader.

Er waren ringen, er waren schommels, er was een wip en er was een glijbaan, een enorm hoge glijbaan. Die glijbaan was van hout. Daarom had mijn vader er een bordje op gemaakt: "Matje verplicht". Maar een of andere kerel was eigenwijs, die wilde de blits maken, en die ging zonder matje. Hij klom die toren in ,en zonder matje ging hij de glijbaan af. Hij kwam beneden, en je wilt niet weten met wat voor een enorme splinter er in zijn kont zat. Dwars door zijn broek heen, uiteraard. Mijn vader zei: "Kleed je maar uit, dan zal ik ."maar het was geen splinter, het was een stuk hout! Dus die man moest met een rotgang naar de dokter, het moest operatief verwijderd worden. Waar gebeurd, niemand weet dat meer, maar het is wel echt gebeurd."

Zou echt niemand het meer weten? Ik betwijfel het.


Tjark Keijzer    

Voor meer historische stukjes kijk op: historischekringdriemond.nl