DE HULK
Juni 2019
Nee, niet die groenkleurige woesteling uit de Amerikaanse strip- en filmwereld, maar een oude herberg aan de Gaasp ter hoogte van het huidige Tulip-inn hotel. We gaan naar 1639. Een dronken buurtbewoner, Pieter Bruijnen, trok zijn broek naar beneden en deed buiten zijn behoefte. Het werd nog ernstiger: de dronkenman plukte vervolgens “een bussien (bosje) gras, daer met hij hem veeghde, en daernae daer aan ruijckende, goijde t selve nae (…) Pieter Hooft den Huijsvrouwe (vrouw van de eigenaar van de Hulk -TK) seggende daerbij “Siet daer, dat geef ik u” Pieter Hooft was een vooraanstaand Amsterdammer. Hij en zijn vrouw waren geen mensen om zomaar met je dronken kop een bosje gras met poep naartoe te gooien. Een jaar later liet een ooggetuige de gebeurtenis bij de notaris vastleggen, maar helaas is niet bekend waarom dit werd gedaan en wat de gevolgen waren.
De getuigenis gaat nog verder: De dronken man kon nauwelijks op zijn benen staan en was niet in staat zijn broek op te hijsen. Hij probeerde het wel, maar telkens vielen zijn kleren weer op de grond. De getuige helpt hem zijn broek vast te maken in ruil voor twee biertjes en ziet dat de man drie broeken over elkaar aan heeft met de zakken vol geld, dat hij even later in de herberg uitdagend op de vloer gooit voor de aanwezige boeren.
De herberg en de nabijgelegen buitenplaats bleven nog lang in de familie Hooft. Zo werd Daniel Hooft in het midden van de 18e eeuw eigenaar en tevens dijkgraaf van de Bijlmermeer. Die stond toen overigens weer onder water, wat al een aantal keer daarvoor was gebeurd, o.a. tijdens het rampjaar 1672, om de vijand middels de waterlinie tegen te houden. Na de grote storm van 1702 stond alles weer blank. Toen gaven de ingelanden het op en verlieten de polder. Pas in 1823 zou de Bijlmer definitief worden drooggelegd. De dijk, waarover het (Weesper) Zandpad liep, werd wel hersteld en met modder uit de Amsterdamse grachten werd een strook land gewonnen; vruchtbare grond om groenten te telen voor de markt in Amsterdam.
De oud-Weesperkarspelaar, Bertus Lekkerkerker, afkomstig van een boerderij aan die dijk, herinnert zich nog dat hij als kind zijn vader hielp bij het graven en dat er veel stenen pijpen, munten en ander gerei, afkomstig uit de stad in die grond gevonden werd. Thuis lag er een hele reeks pijpen op de schoorsteenmantel. Toen al raakte hij geïnteresseerd in geschiedenis en is nu lid van onze Kring.
De opa van Henk Niesing, onze garagehouder, bezat een café ongeveer op dezelfde plek als De Hulk, die later Gaasperzicht ging heten. Ik kan niet nagaan of café Niesing een voortzetting van die oude herberg was.
Tjark Keijzer
Bron: Ons Amsterdam – april 2019