ZANDPAD-DRIEMOND
Januari 2021
De centrale weg in Driemond. Je rijdt die meteen op, als je vanaf de Provinciale Weg het dorp in gaat. Zandpad, zegt iedereen, maar toen in 1966 de gemeente Weesperkarspel werd opgeheven en het westelijk deel, waaronder Driemond, bij Amsterdam kwam, was er een probleem: de stad had al een Zandpad, vandaar de toevoeging: Driemond. Nog niet zo heel lang geleden heette de Provinciale Weg ook Zandpad. Voordat de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal in 1938 werd gebouwd, liep dat Zandpad dan ook door Geinbrug (de oude naam van Driemond) en eindigde bij de voormalige draaibrug over dat kanaal. In 1637 besloten Amsterdam en Weesp tot een landverbinding vanaf Diemen langs de Bijlmerringvaart, de Gaasp en het Smalweesp. Dat werd het Zandpad, mede bedoeld als jaagweg voor de trekschuitverbinding tussen beide steden.
Terug naar nu; het huidige Zandpad. Aan een zijde ligt het water van het Smalweesp en bebouwing aan de andere. Het begint met een rijksmonument uit 1754 dan nieuwbouw en vervolgens een mooie, oude grote schuur die een timmerbedrijf herbergt met daarnaast een fraai wit woonhuis. Dan een paar kleine huizen en een leeg, bouwvallig winkelpandje. Tot de hoek van een zijstraat, de Burg. Bletzstraat, nog enkele huisjes. Na die straat nieuwbouw, 4 hoog, en vervolgens oude, twee-onder-een- kap woningen. Met een bocht verlaat het Zandpad het Smalweesp en eindigt bij de dijk van het Amsterdam-Rijnkanaal. Na die bocht zijn er in de jaren vijftig huizen tegenover de oude panden gebouwd.
Kapper Zwart en Café/slijterij "Kraantje Lek" aan het Zandpad
Links in beeld Mw Smit (beheerder van het café) en dochter. Daarvoor werd het café beheerd door Kroon.
Kwam je voor 1938 het dorp binnen, dan trof je een veel levendiger beeld. Het eerste pand, dat rijksmonument, was de winkel en bakkerij van Smit. Daarna volgde, na een oude woning, het bovengenoemde timmerbedrijf van firma de Groot. Even verder een witgeschilderd VIVO-winkeltje van G. Bleijenberg. Aan de overkant meerden schepen aan voor de zaadfabriek van Sluis. Verder zag je op de hoek met de Burg. Bletzstraat de kruidenierswinkel van Meester. Aan de overkant van die straat lagen de gebouwen van veevoederfabriek Otten (nu gesloopt). Een grote, witte silo met een fraai glazen trappenhuis rees op boven de lagere bedrijfsgebouwen. Een buizen stelsel als een soort poort overspande de weg. Daardoor werden schepen van lading voorzien.
In de dubbele woningen die op de fabriek volgen, waren Kapper Zwart, café Kraantje Lek en de melkhandel van Hoogenberg gevestigd. De kapper verkocht ook tabakswaren en het café was gestart, nadat de vorige zaak: Geinzicht, moest verdwijnen voor de aanleg van de oprit naar de hoge brug naar Weesp in 1938. Na de melkhandel maakte het water een bocht naar rechts en lag er links een dubbele ophaalbrug die naar de Lange Stammerdijk voerde. In 1940 wordt er een doorsteek en een sluis gegraven richting het Amsterdam-Rijnkanaal en wordt het gedeelte van het Smalweesp na de bocht gedempt. In dit laatste stuk van het Zandpad waren nog een smederij en winkel van Fakkeldij. De eerste vestiging had ook, net als Geinzicht, plaats moeten maken voor de nieuwe brug. Dan was er nog de rijwielhandel met benzinepomp van van Schaik en tenslotte de bakkerij van Koole.
Met al die bedrijvigheid moet het Zandpad voor de oorlog, en ook enige jaren daarna, een levendig beeld gegeven hebben met veel volk op straat en natuurlijk veel minder auto’s. Een heel verschil met nu. Jammer, denk ik soms.
Tjark Keijzer