november 2016
Soldaat zij vijand of zij vrind
Soldaat zij vijand of zij vrind
Hij neemt wat hij kan krijgen,
Doet door geweld den klaager zwijgen.
Hij is zijn welvaart moe, die zulk een gast bemint
Dit verzucht Lieve van Ollefen in 1795 in zijn boek: De Nederlandsche stad- en dorpbeschrijver. Hierin beschrijft hij een groot aantal steden en dorpen, voornamelijk in Holland. Ook Weesperkarspel wordt behandeld. Vaste onderdelen als ligging, gebouwen en bezigheden komen langs, maar ook geschiedenissen. In dit laatste stukje van het hoofdstuk De Gaasp (hij bedoelt hier waarschijnlijk de polder Gaasp en Gein) citeert hij het bovenstaand gedichtje. Wat is er aan de hand?
"Deeze polder. (moest TK). de baldaadigheid, of liever wreede woestheid van den Pruisischen Soldaat bezuuren."
Wat deden die Pruisen daar? Al enige tijd waren er binnenlandse onlusten. De prinsgezinden, die stadhouder Willem V steunden, stonden tegenover de patriotten, die meer burgerlijke vrijheid wilden. Wie in de meerderheid was, verschilde van stad tot stad en van provincie tot provincie. In Holland hadden de patriotten de meerderheid in de Staten (parlement). Na onlusten in Den Haag mocht Willem V geen opperbevelhebber van de troepen meer zijn. Woedend trok hij zich terug in Nijmegen. Zijn vrouw Wilhelmina, die veel doortastender was, werd door de gezamenlijke prinsgezinden in 1787 op geheime missie naar Den Haag gestuurd om daar een contrarevolutie te ontketenen.
Zij werd echter door gewapende burgers tegengehouden in de buurt van Gouda (Goejanverwellesluis) en teruggestuurd. Ziedend riep ze haar broer, de koning van Pruisen, te hulp om de belediging haar aangedaan, te wreken. Zo gebeurde het dat Pruisische troepen, die in korte tijd het verzet van de Patriotten hadden gebroken en Willem V weer in Den Haag hadden geinstalleerd, al plunderend in Weesperkarspel terecht kwamen.
Als L. van Ollefen het gedeelte over Weesperkarspel schrijft, is het inmiddels 1795 en zijn de Patriotten met hulp van de Fransen weer aan de macht. De schrijver staat duidelijk aan hun kant zoals blijkt uit het volgende stukje waarin hij beschrijft hoe dapper de Hollanders zijn. Een detachement Hollandse ruiters komt een groep Pruisische cavaleristen tegen. Een van hen rijdt naar voren en begint de tegenstanders uit te schelden.
"hier op verzocht een der Hollanderen verlof om deezen snorker het hoofd te mogen gaan bieden...met dat gevolg, dat het paard van den Hollander doodgeschoten werd; de ruiter sprong, in den val van 't paard, in een nabuurige sloot, en daarin staande, vattede hij den karabijn, en schoot den Pruis van het paard, waarna hij uit den sloot kwam, op het vijandelijke paard steeg, en in triumph in zijn gelid wederkeerde - zeeker, zulke dappere daaden, verdienen bij gelegenheden vereeuwigd te worden"
In de Gaasp werd het landgoed Reigersbosch geplunderd, maar vooral de landhuizen in het Gein moesten het ontgelden.
De Pruisen waren zeer gebeten op de Geinbewoners omdat een van hen de soldaten misleid had bij de bestorming van Weesp (lees hierover meer in het historisch stukje "200 jaar geleden - een vertelling" febr. 2013 op historischekringdriemond.nl onder stukjes dorpskrant).
Ik lees dat in onze tijd meer da 80% van de bevolking oranjegezind is. Toestanden als die van ruim 200 jaar geleden, zullen dus niet zo gauw meer plaatsvinden.
Tjark Keijzer