juni 2017

Hoe makkelijk kan het zijn?

Je woont heel klein op een bovenwoning aan de Lange Stammerdijk met je vrouw en dochtertje en snakt naar een fatsoenlijke woning. Wel sta je natuurlijk ingeschreven, maar je bent nog niet aan de beurt en er komt ook niets vrij. Het is 1978; Frank Bezoet de Bie, zijn vrouw Regina en dochter Sheila willen uit hun kleine woning en besluiten ten langen leste te gaan kraken. In die tijd werd er volop gekraakt in Amsterdam, maar dat soort actie had het nieuwe stukje van de stad, Driemond, nog niet bereikt. Ze bellen het kraakspreekuur en dit geeft hen advies over wat er voor kraken nodig is: een bed, een tafel en een stoel; zet ze in de woning en bel de politie. 
Ze weten dat de woning op Zandpad 23 leeg staat. Netty en Joop de Vries, die op het Zonnehof wonen, willen graag naar het Zandpad omdat die woning goedkoper is, maar de eigenaar, het woningbedrijf Amsterdam, zegt dat de woning nog lang niet klaar is. Het jonge gezin Bezoet de Bie besluit het er toch op te wagen en kraakt de woning met behulp van vrienden. Zij zijn de eerste krakers van Driemond. Dit wordt nog een ietwat komische situatie want, terwijl een van de mannen, de fotograaf Gerrit Holst, het keukenraam probeert te forceren, duwt Regina  tegen de keukendeur die vanzelf opengaat.

De politie wordt ingelicht en er komen twee agenten die de kraak constateren. Als er foto's worden gemaakt, gaan de agenten hun pet uit de auto halen om er wat officieler uit te zien. Binnen blijkt dat het huis wel klaar is voor bewoning en moet alleen het gas worden aangesloten, wat een deskundige neef snel heeft geregeld.

Het woningbedrijf had gelogen tegen de familie de Vries! Zij zijn natuurlijk teleurgesteld, maar met de hulp van een vriendelijke ambtenaar, Hogewerf, wordt er een ruiling geregeld: Frank en Regina  krijgen de woning van Netty en Joop op het Zonnehof en die mogen naar het Zandpad. Beide echtparen wonen er nog steeds.

Bij latere kraken in het dorp ging het er al even gemoedelijk aan toe. Dat kon ook anders: Wij (Leny en ik en onze zoon Rick) woonden op een halve woning driehoog achter in de Pijp; heel klein dus. Voor een douche moesten we naar het badhuis! Ook wij snakten naar meer ruimte. Nu werd er natuurlijk veel gekraakt en ook wij overwogen dat te doen. Maar in  die tijd bereikten ons regelmatig verhalen van jonge ouders die voor de ogen van hun kinderen van de trap werden gegooid en uit huis geslagen door knokploegen van particuliere eigenaren. We hebben het niet aangedurfd! 
Uiteindelijk zijn we vijftien jaar geleden in dit prachtige dorp beland en wonen er naar volle tevredenheid.

Tjark Keijzer