IJs of geen of geen IJs

februari 2018

Op een waterkoude, vroege avond op 4 februari 1909 stappen de heren Stolk en Laan de rokerige gelagkamer van café Fakkeldij te Weesperkarspel binnen. Na een groet lopen zij door naar de vergaderruimte waar al een negental anderen aanwezig is. Als iedereen elkaar heeft begroet en is gezeten, opent H. Laan de  vergadering met de mededeling dat hem is verzocht deze bijeenkomst voor te zitten daar burgemeester Bletz verhinderd is. Waarom zijn ze bijeen? Kort ervoor had men besloten een ijsclub op te richten, die een uitbreiding zou zijn van die van Abcoude. Maar toen er in december ijs kwam, had men besloten zelf maar banen te gaan vegen op het Gein en voor een zelfstandige club te kiezen. Deze vergadering was daar de officiële start voor. IJsclub Gein en omstreken was geboren. En zij bestaat nog steeds! Als je ouderen spreekt, hoor je vaak “Vroeger kon je elk jaar schaatsen.” en “Komt er ooit nog een Elfstedentocht?” Was het dan altijd ’s winters zoveel kouder? Ik bladerde door het eerste schrift met de notulen van de ijsclub van 1909 t/m 1931 en las in de jaarverslagen dat in de helft van de jaren de club geen werkzaamheden had verricht bij gebrek aan (geschikt) ijs. Fijntjes merkte men dan wel op dat dat goed was voor de kas; je hoefde geen baanvegers te betalen. In het jaar van  prichting wordt er overigens de eerste Elfstedentocht verreden met 43 deelnemers. Er zullen er tot 1997 nog 14 volgen met zelfs een gat van 22 jaar tussen 1963 en 1985. Nu is het "pas" 21 jaar geleden. Dus je weet nooit!

Terug naar de notulen: In februari 1911 las ik het volgende: “Intusschen trad in februari de vorst in, kort maar krachtig en bij hevigen wind en sneeuw. De baan was daardoor geheel ontredderd, zodat er allerijl eenig volk werd aangenomen om er nog iets van te maken. In 1 dag was zij goed berijdbaar, maar daar den dooi de volgende dag intrad, moest het ijsvermaak achterwege blijven. Daardoor kon ook de nieuwe ijsschaaf, die met dezelfde spoed besteld was, niet worden gebruikt.” Het zat niet altijd mee, zoals ook blijkt uit het verslag van begin december 1925. Het had flink gevroren en de notulant zag: “…al eenige krabbelaars aan het rijden, waar ik al heel handig grooteren ook doorheen zag zwieren, ik dacht dat gaat goed zoo,… maar helaas, … daar kwam onzen vriend vd Bosch uit Abcoude met zijn motor aanvaren, en toen wij zagen dat hij een proef door het Gein wou wagen, ging den vriendschap om in vijandschap, wat ook geen wonder is als men zoo’n mooie ijsvlakte in tweeën ziet schijen..” Gelukkig kon er later nog veel geschaatst worden. Waren het niet de schippers, dan waren het wel anderen die de ijspret bedierven, zoals in januari 1917: “Later was het ijs zoo sterk, dat de arren (arre-sleeën-tk) erop kwamen. Het getuigde echter van zeer weinig eerbied voor een anders werk, dat dan toch meer dan F100,- had gekost, toen de bestuurders dier arren de baan gingen gebruiken en zoo in weinig tijds alles vernielden.” Gelukkig was er ook veel plezier en werden er door de tijd feesten en hardrijwedstrijden door de ijsclub georganiseerd. Ze bestaat nog steeds en is door de goede baan niet meer afhankelijk van het dichtvriezen van het Gein. Vorig jaar heeft men nog een dag kunnen rijden; veel te weinig natuurlijk, maar we blijven hopen op betere tijden!

Tjark Keijzer