november 2018

De Tol

“Onlangs was ik in het Openluchtmuseum in Arnhem. Al wandelende in het park dacht ik daar het tolhek uit het Gein tegen te komen. Maar het was daar niet bekend. In mijn herinnering dacht ik dat het Tolhek toentertijd naar het Openluchtmuseum was gegaan. Zou u mij kunnen vertellen wat er uiteindelijk met het hek is gedaan?”

Deze vraag kreeg de Historische Kring via de e-mail van John van Zanten, wiens opa bij de Gaasp (fabriek) heeft gewoond en gewerkt. In eerste instantie hebben we hem gewezen op onze beeldbank (www.historischekringdriemond.nl) waarin twee foto’s staan van het tolhek hoek Velterslaan en Gein en zijn verder te rade gegaan bij het Openluchtmuseum. Daar was het hek niet bekend. Misschien zijn er mensen die weten waar dat gebleven is?



Oudere Driemonders herinneren zich wellicht de tol. Hij stamt al uit 1691. Toen mocht Jeronius Velters, die een buiten had in Nigtevecht en gebouwen aan het Gein, de kade die van die rivier naar dat dorp liep en tevens de grens vormde tussen Holland en het Sticht (Utrecht), verharden. Hij kreeg van de Staten van Holland het recht tol te heffen. Behalve de ingelanden van de polder, moest een ieder die gebruik maakte van de weg, tol betalen. Wel was hij verplicht de weg te onderhouden. Vanaf 1846 mochten de opeenvolgende eigenaren van herberg Het Grauwe Paard – later De Vink – tol heffen. In 1967 is die opgeheven.



Vroeger zag je overal tolhekken en tolhuizen. Als particulieren of overheden een weg aanlegden, kregen ze vaak het recht om geld te vragen aan de gebruikers ervan. Ook op vaarwegen werd tol geheven. In het buitenland zie je nog wel tolwegen, denk aan het net van Franse tolwegen, tolbruggen en –tunnels. In Noorwegen kom je soms het bord “Bom” tegen bij een slagboom met een soort spaarpot eraan. Nederland heeft nog maar een paar tolwegen vnl. bij tunnels en nog een tolbrug; in het dorpje Nieuwerbrug over de Oude Rijn in Zuidholland. Deze wordt beheerd door een vertegenwoordiging van de dorpsbewoners en het geld komt het dorp ten goede.

Op 27 oktober 1275 verleende graaf Floris de Vijfde Amsterdam het tolprivilege. Dat gaf de als handelaars optredende Amsterdammers het recht om zonder het betalen van tol hun goederen door het hele graafschap Holland te vervoeren. Een mooie stimulans voor de groei naar een grote handelsstad. Elk jaar op die datum kun je het originele document uit 1275 in het stadsarchief bewonderen.

Tjark Keijzer