februari 2019

EEN WANSTALTIGE FABRIEK

Deze niet mis te verstane bewoording gebruikt de Dorpsraad voor het gebouw van de voormalige oliefabriek van Otten. Zij doet dit in een nota getiteld: “waarin een GROTE stad KLEIN kan zijn” uit februari 1978  aan het gemeentebestuur van Amsterdam. Stevige taal, in een tekst die zegt de balans op te maken na 11 jaar “koloniaal bestuur op afstand”. Elf jaar na 1966, in welk jaar het westelijk deel van Weesperkarspel, waaronder Driemond, voorlopig aan Amsterdam wordt toegevoegd. In 1978 is deze toevoeging definitief geworden. Driemond, bij monde van de Dorpsraad, voelt zich in die 11 jaren onvoldoende gehoord en heeft veel te klagen.

Terug naar de Ottenfabriek: Behalve dat men het een heel lelijk gebouw vindt, is er veel overlast van stof, rook en roet, glijdt men uit over het glibberig wegdek, loeit de wind rond de gebouwen en vallen roestige stalen ramen rakelings langs een huis naast de fabriek. Dan is er ook nog de verkeershinder: vrachtwagencombinaties die moeizaam manoeuvreren, een te lage doorgang (3,8m) waar het Zandpad onder de silo doorgaat, waardoor hoog verkeer, b.v. van en naar Sluis, via de smalle Burg. Bletzstraat moet rijden. Kortom Amsterdam had die fabriek allang moeten slopen.

De Dorpsraad is zelf ook ontevreden. Bij de oprichting in 1967 was er geen eigen huisvesting en werd het secretariaat en de administratie gevoerd vanuit de woning van de administrateur. Pas eind 1970 kon de Dorpsraad een kleine noodwoning huren; 2 kamertjes van 4x4 m. Maar toen een buurtwerker kon worden aangesteld en de hulpsecretarie uit Weesp hier werd gevestigd, was er te weinig ruimte. Ook hielden de politie en maatschappelijk werk zitting in het gebouwtje. Voor vergaderingen van meer dan 5 personen moest men een ruimte elders huren. Bezoekende wethouders en diensten van de stad beloofden alle steun bij het realiseren van goede huisvesting, maar er gebeurde niets behalve dan dat het Grondbedrijf de boerderij Lange Stammerdijk 12 aanbood als ruimte. Deze lag echter veel te ver weg van de dorpskern. Er kwam een plan voor een semi-permanent gebouw in het dorp. Maar niemand wilde de beraamde 175.000 gulden betalen. Gebruik dan de f 150.000 die Weesp heeft betaald voor het gemeentehuis van Weesperkarspel aan de Hoogstraat, zei de Dorpsraad. Het geld bleek zoek, tot men later ontdekte dat het op de kapitaalrekening van Amsterdam was gestort. Driemond kreeg het niet!

Ook wijst men er in de nota op dat er gebrek is aan kleine woningen voor bejaarden en voor jonge mensen die willen gaan samenwonen of trouwen en dat men dus zijn heil zoekt in andere plaatsen waardoor o.a. op de duur het aantal leerlingen op de scholen terugloopt, de vele verenigingen het hoofd niet meer boven water kunnen houden en de voorzieningen, zo als winkels, problemen krijgen. De openbare weg en het groen worden onvoldoende bijgehouden, Geen bushalte in het dorp, de stad rukt op naar het Gein. Alles komt aan de orde.

Er is in de afgelopen 40 jaar best veel ten goede veranderd en klachten zijn meestal serieus behandeld, maar we zullen hier altijd alert moeten blijven zodat we niet vergeten worden en we moeten blijven pleiten voor onze speciale positie ver van de stad.

Tjark Keijzer