H.B.en O
April 2019
“Uw HOOFDzaken HAARfijn behandeld” Dit mooie zinnetje trof ik aan in de advertentie van kapper Hauweling uit Duivendrecht. Deze staat in het orgaan van Buurtvereniging Hoge Bijlmer en Omstreken (H. B. en O.). In onze tijd van computers, printers en kopieerapparaten krijg je binnen een mum van tijd fraaie exemplaren van allerhande drukwerk. Maar in 1961, toen bovengenoemd krantje verscheen, moest er op typ- en stencilmachine gezwoegd worden. Ik vond het in het archief van de Historische Kring en het leek me leuk u er kennis mee te laten maken.
In de tijd van verschijnen maakte de Hoge Bijlmer nog deel uit van Weesperkarspel en waren de flats en Amsterdam nog niet in zicht. Het was een buurtschap, vlak bij Duivendrecht, met een rij huizen en enkele bedrijfjes, een fort en in de polder een aantal boerderijen. Ook was er een buurtvereniging waar o.a. een voetbalclub met eigen terrein deel van uit maakte. En dus een eigen blad.
Het krantje begint met een enthousiast verslag van het 12-1/2 bestaan van de vereniging. “Onze leden, ons gemeentebestuur en vele, vele belangstellenden hebben hun interesse op ondubbelzinnige wijze aan de dag gelegd en hebben aangetoond, dat onze vereniging een zeer sterke positie in onze gemeenschap bekleedt.” In die tijd bloeide het verenigingsleven. Men reisde veel minder en er was minder afleiding zoals van de huidige elektronica, en minder geld.
Wat volgt is een verslag van een voetbalwedstrijd tussen de H.B. en O-veteranen en de intellectuelen-van-Duivendrecht. De thuisploeg scoort als eerste, maar dan gaan de buren los; tot tweemaal toe moet de bal op de middenstip. “Dit was echter het sein voor onze stoere, oude mannen om fel in de aanval te gaan….zij vochten als leeuwen en rechtsbuiten Kragten stoof als een sneltrein langs de lijn.” Maar de keeper laat zich niet passeren. “Men fluistert dat hij veertien dagen lang heeft geoefend met groene en rode kolen, maar dat was dan ook wel te merken.”
Op de feestavond treden twee meisjes van 11 en 12 op met een clublied voor H.B. en O waarvan ze zelf de tekst hadden gemaakt. De Corrinelli’s spelen op hun accordeon. Dan houdt Burgemeester Kastelein een toespraak, evenals zijn voorganger, Mul. Deze laatste overhandigt een donatie voor de aanschaf van een filmapparaat. Een muziekband speelt en er wordt flink gedanst. Dan wordt de vloer vrijgemaakt en verschijnt de jeugd van de plaatselijke dansgroep; “de meisjes in prachtige, witte, zelfgemaakte toiletjes, waarop honderden lovertjes vrolijk schitteren en de jongens in donkere pakken. Het is een keurig, levendig geheel. Het wit scherp aftekenend tegen het donker, de stijlvolle “pinkelhoutjes’, de ritselend zwierende rokjes..” De voorstelling wordt met groot enthousiasme begroet. In het kader van de feestelijkheden vindt ook nog een meerdaags voetbaltoernooi plaats.
In het blad wordt verslag gedaan van een net opgerichte trekkersclub die hun eerste. fietstocht naar Blaricum in het water zien vallen en maar besluiten gezamenlijk naar de film te gaan. En tenslotte komt er een criticus met de naam Argus aan het woord: Hij richt zijn pijlen op de krant de Nieuwe Weesper en met name op de daarin verschenen kop: Het botert nog steeds niet in de buurtvereniging de “Hoge Bijlmer” Hij ziet dit als een Weesper mop, maar vraagt zich wel af hoe ze aan die onzin komen want ze hebben zich niet zelf op de hoogte gesteld van de situatie: “Neen, de Nieuwe Weesper schrijft domweg op wat het uit de mond van anderen verneemt…U vraagt zich wellicht af welke de dubieuze bron is … Wel, kent u de heren Kruiswijk en Homsma? Nu, wij ook niet, maar zij weten van de hoed en de rand!”
Roddels en onbegrip zijn van alle tijden, maar het is mooi te lezen hoe zo’n buurtschap als de Hoge Bijlmer zoveel activiteiten voor de bewoners weet te ontplooien.
Tjark Keijzer