Voor miljoenen stond er naast haar wieg

Mei 2019

Wat een rijkdom! Denkt u vast en wie was die gelukkige dan wel? Het was de oudere zus van een van onze dorpsgenoten, mevr. Koenen. Zij vertelde dat haar pas geboren zus, Sophia Augusta Koenen, eind 1939 in haar wieg op het schip van haar vader lag met naast zich een groot aantal kunstwerken uit het Stedelijk Museum die miljoenen waard waren. Hoe kwam dat zo?

In 1939 was Duitsland de oorlog begonnen in Europa en het zag er naar uit dat Nederland niet, zoals in de Eerste Wereldoorlog, haar neutraliteit zou kunnen handhaven. Men begon, naast een algemene mobilisatie, allerlei voorbereidingen te treffen. Zo besloot de regering in de duinen bij Zandvoort en Heemskerk speciale bunkers te bouwen waarin de kunstschatten van de Nederlandse musea veilig konden worden opgeborgen. Ook Amsterdam liet nabij Castricum een kleine bunker bouwen voor dat doel.  De conservator van het Stedelijk Museum, Sandberg, was al tijdens de Spaanse Burgeroorlog naar dat land gereisd om te kijken hoe men daar de kunstschatten beschermde tegen oorlogsgeweld en dat had geleid tot het plan voor de bunkers.

Toen bleek dat alles niet op tijd klaar zou zijn, kwam hij met het plan om binnenvaart schepen uit Amsterdam in te zetten: “Deze stalen schepen liggen te allen tijde in groote getale in de Amsterdamse havens (…) Zij zouden indien noodig binnen twee uur aan de Amstel bij de Stadhouderskade kunnen aanleggen…” Dit gebeurde ook en verhuiswagens brachten de kunstwerken, van vooral moderne kunstenaars als van Gogh, Mondriaan en Breitner naar de schepen en deze voeren de stad uit. Aanvankelijk lagen de schepen bij elkaar in de buurt in de Knollendammervaart nabij Spijkerboor en in het Noordhollandskanaal. Enige weken later besloot men ze verder uit elkaar te leggen. Begin oktober 1939 was de kunstvloot verspreid over de Noord- en Zuidhollandse wateren. Uiteindelijk ging het om vier schepen waarbij de Mercurius van schipper Koenen in het Kogerpolderkanaal bij De Woude lag. Aan boord waren allerlei veiligheidsmaatregelen genomen zoals kachels voor een constante temperatuur, blusmateriaal enz. Ook waren er dagen nacht suppoosten aanwezig.

Een beroemd werk als de Nachtwacht werd naar het kasteel Radboud in Medeblik gebracht, maar daar lag een mijnenveger en toen de oorlog uitbrak, was men bang dat vliegtuigen het stadje zouden bombarderen. Het schilderij werd ijlings naar de bunker in Castricum gebracht. De Duitsers besloten echter de Atlantikwal aan te leggen en de duinen konden niet meer gebruikt worden. De Nachtwacht verhuisde tenslotte naar de grotten van de St Pietersberg bij Maastricht. De bezetter vond het allemaal prima, want had besloten dat, oorlog voorbij was, alle belangrijke kunst van Europa naar het te bouwen Fuhrer-museum zou gaan.

In dit Rembrandtjaar is het goed te beseffen dat veel van zijn werken en van andere kunstenaars door doortastend optreden van mensen als Sandberg en schipper Koenen voor ons bewaard zijn gebleven.

Tjark Keijzer