“Beter laat dan nooit”
februari 2020
Dat was de reactie van Joodse organisaties op de excuses die premier Rutte op 26 januari tijdens de Nationale Holocaust Herdenking aanbood voor de Nederlandse houding tegenover de Jodenvervolging. “Teveel Nederlandse functionarissen voerden uit wat de bezetter van hen vroeg.” Aldus Rutte.
De Rijksdienst voor de Werkverruiming was zo’n organisatie. In de crisistijd van de dertiger jaren beheerde zij werkkampen voor werklozen en bleef dat tot de opheffing, eind 1942 doen. Vanaf januari van dat jaar werden deze, ontdaan van hun vorige bewoners, ingezet om Joodse werkeloze mannen uit het straatbeeld te verwijderen.
Door anti-Joodse maatregelen waren velen werkeloos geraakt en het leek de Duitsers handig hen in kampen te concentreren. Veel kampen lagen in het Noorden en Oosten van het land en werden gebruikt om ter plekke werkzaamheden aan bos, heide en dergelijke te verrichten. Het loon was laag, de omstandigheden qua werk en voeding, met name in de winter, erbarmelijk. Verlof was er nauwelijks. De achtergebleven vrouwen en kinderen waren de wanhoop nabij.
De Betlembrug in de A9
In en rond Amsterdam bevonden zich 16 werkkampen, waarvan de meeste in en nabij het Amsterdamse Bos. Maar vlak bij ons dorp lag er ook een: Betlem. Het bevond zich direct achter de spoorbrug richting Diemen. Van 1927 tot 1934 was hier de uitspanning Betlem , het “Venetie van het Noorden” met park, theetuin en natuurzwembad van Hermanus Betlem, dat op de westelijke oever van het gebied lag. In 1936 verkocht Betlem de grond aan de staat. In februari 1942 richtte de Duitse bezetter hier het werkkamp voor Joodse dwangarbeiders in. 300 tot 400 Joodse mannen werden er ondergebracht en tewerkgesteld bij het ophogen en verstevigen van de dijk van het Merwedekanaal. In het begin hadden ze nog wel verlof en liepen naar de tram. Maar al snel werd dat ingeperkt. Hun vrouwen moesten zich registreren en konden bij de galerij van het voormalig Paleis van de Volksvlijt het loonzakje van hun man ophalen. Zo waren ze als het ware gegijzeld.
In de nacht van 2 op 3 oktober 1942, tijdens het Joodse feest, de Grote Verzoendag, werden door het hele land de kampen leeggehaald en de bewoners op transport naar Westerbork en verder gesteld. De mannen van Betlem werden, onder het voorwendsel van gezinshereniging, met de boot afgevoerd en ook hun gezinnen werden opgepakt en gedeporteerd.
Je vraagt je af wat de bewoners van het toenmalige Geinbrug daarvan gemerkt zullen hebben. Geen radio, TV of social media. Het gebeurde ’s nachts en vanwege de spertijd was er niemand op straat. Men vertrouwde doorgaans de overheid en vreesde de brute macht die daar toen achter oprees. We leven nu in vrijheid en vertrouwen in de overheid is een goede zaak. Maar het kritisch volgen van haar handelen is nog beter. De naam Betlem leeft nog voort in de Betlembrug in de A9 bij de Maxis over het Amsterdam-Rijnkanaal.
Tjark Keijzer