Geïsoleerd

april 2020

We lagen met z’n drieën op één kamer, mijn moeder, een zusje en ik; wekenlang. Het bed mochten we niet uit, vet in het eten was taboe, bezoek verboden. Een paar keer per week kwam,  in lange leren jas op een brommertje, de wijkzuster om ons te wassen. Het was midden jaren 50 en het heette geelzucht. Nu komt de herinnering terug.  Als ik dit schrijf, zitten we met z’n tweeën thuis, verstoken van fysiek contact met anderen, maar gelukkig niet ziek; Corona-tijd!

Dag en nacht worden we via allerlei media op de hoogte gehouden van het virus en wat we geacht worden er tegen te doen. Maar hoe ging dat vroeger in ons dorp? Je had er de bekende besmettelijke (kinder)ziekten als mazelen, rode hond en de bof. Er werd thuis uitgeziekt en gezonde mensen werden op een afstand gehouden. Het kon ook ernstiger zijn: in de 19e eeuw werd 11% van alle sterfgevallen door mazelen veroorzaakt. Pas vanaf 1976 worden alle kinderen tegen die drie ziekten ingeënt. Weesperkarspel, als uitgestrekte agrarische gemeente kreeg met andere besmettingen te maken. De uitgebreide veestapel werd regelmatig bezocht door allerlei dierziekten. Was dat in vroeger eeuwen  vooral de veepest, waarbij vaak de hele veestapel verloren ging, later kwamen mond en klauwzeer en de vogelgriep in beeld. Beide vaak zo besmettelijk dat er op z’n best opgehokt, maar vaak ook geruimd werd. Er kwamen vaccinaties en betere medicijnen, maar er wordt tegenwoordig veel meer met dieren van hort naar her “gesleept”, dat bevordert de verspreiding van ziekten sterk. Door de globalisering zien we dat dat nu ook bij ons mensen gebeurt.

De cholera, die met name in de 19e eeuw veel slachtoffers eiste, en dan vooral in de grote steden door het vervuilde water, werd door gezuiverd drinkwater sterk teruggedrongen; dit mede dankzij ons pompstation. 

In en na de 1e Wereldoorlog verplaatsten zich grote groepen mensen en kon de Spaanse griep zich razendsnel verspreiden. Nederland had 60.000 doden te betreuren en ook in Weesperkarspel stierven mensen. Door de toestand nu, lukt het me niet om gegevens te krijgen over de gezondheidstoestand in Weesperkarspel toen. De notulen van de toenmalige gemeenteraad, die er vast wel over bericht zullen hebben, zijn nauwelijks gedigitaliseerd. En het stadsarchief van Amsterdam, waar de notulenboeken liggen, is gesloten.

Uitbraken van TBC kwamen tot in de vijftiger jaren regelmatig voor.  De besmettelijke bacterie verspreidt zich door de lucht en daarom bedacht men dat de patiënten gebaat waren bij gezonde lucht, rust en goed eten. Sanatoria werden vanaf eind 19e eeuw gebouwd, waar mensen soms wel een jaar verbleven, liggend op bedden, als het kon in de open lucht. Als kind heb ik de TBC-huisjes nog gekend: onze buurman heeft een jaar in een houten huisje in zijn tuin gelegen om te herstellen. Mijn opa lag in diezelfde tijd in een sanatorium in Almen: dat is nu een hotel waar je kunt genieten van de mooie omgeving bij het riviertje de Berkel: Landgoed Ehzerwold. Ik heb er al een paar keer een weekend doorgebracht.  Nu is de ziekte TBC door vaccinatie nagenoeg verdwenen.

Als u dit leest, zijn we hoogstwaarschijnlijk nog niet van de Corona af. Maar gelukkig zijn we door onze kennis niet meer zo erg als vroeger aan de besmettelijke ziekten overgeleverd.

Tjark Keijzer