Dorpskrant Driemond - februari 2011

Eeuwen op het ijs

Eind November sloeg de winter toe en begin December mocht de ijsbaan open.(zie bijgaande foto uit Het Parool) Wat een luxe voor de schaatsliefhebber en wat vroeg! Het journaal meldde een run op schaatswinkels en liet fabrikanten zien die overuren maakten. Zelfs ondanks de kou kon je al van (schaats)koorts spreken. Wat ons deze winter nog te wachten staat? We zullen het zien. We leven nu in de tijd van klapschaats en hoge noren, maar vroeger was dat anders.

Wist u dat mensen al meer dan 1000 jaar schaatsen?

In de tijd dat men het ijzer nog niet kende, sleep men het scheenbot van b.v. schapen scherp en bond die onder de voeten. Zo zie je dat met deze schenkel zowel het bot als de schaats wordt bedoeld en nog steeds heet het glijgedeelte van de schaats: schenkel.

Rond 1200 kwam de metalen schaats in zwang en die is er nu nog.  Vorig jaar zagen we  hoe men massaal het ijs opging maar dát doet men ook al eeuwenlang. In Gouda was er in 1490 sprake van een ware schaatsplaag zo erg zelfs dat het stadsbestuur een verbod uitvaardigde tegen het onder water zetten van de stad in de winter. Blijkbaar was de zucht naar het schaatsen zo groot dat de bewoners er alles voor over hadden om hun stad in een grote ijsbaan om te toveren. Maar goed dat wij ons beperken tot onze eigen mooie ijsbaan!

Het mooie van de ijspret was dat rangen en standen, ouderen en jongeren, mannen en vrouwen gezamenlijk het ijs opgingen, waar ze op het land vaak streng gescheiden leefden.
Op het schilderij: “IJsvermaak” van de 17e eeuwse schilder Adriaen van de Venne zien we een sjiek schaatskoppel naast een boerenstel dat ongegeneerd op het ijs de behoefte doet.
Dat er ook in onze omgeving al vroeg zo geschaatst werd, laat een stukje uit een lang gedicht van de dichter Bredero uit 1615 zien (als u het hardop voorleest begrijpt u het meteen):
            Gek, hoe pronckt droncke Keesje van de slochter,
            Mit sijn moye tuyt-meyt, ouwe Japen’s dochter.
            En bij de Diemer-meer, daer reden eenighe paertjes,
            Mit noch een hele streeck, van ouwe drooghe vaertjes
            Al achter en naast elkaer ……………..

Maar zonder gevaar was het allemaal niet: Op het plaatje zie je hoe Lidwina van Schiedam op het ijs ten val komt. De val was zo dramatisch dat zij verlamd raakte. De rest van haar leven lag zij in bed en zij droeg dat lijden zo vroom dat ze heilig werd verklaard.

Maar wat is er vrolijker dan een volle ijsbaan met zwierende schaatsers, muziek en koek en zopie? En wat mooier dan strakke rijders met brede gebaren door besneeuwde polders! En nu maar hopen dat het dit jaar aongeet!

Tjark Keijzer