Bruggen
Daar kunnen we niet omheen in ons dorp! Onze hoge brug naar Weesp wordt nog hoger en in het zomerseizoen is de brug in het dorp even vaak open als dicht.
Bruggen zijn onmisbaar in onze samenleving. Beperkte men zich in oude tijden tot het gooien van een boomstam over een beek, al snel kwamen er primitieve bouwsels van hout en touw die vaak een prooi waren voor woeste wateren. De Romeinen pakten het degelijker aan en begonnen te metselen. Zij kenden de boog en konden zo een heel sterke overbrugging maken. De oudste brug van Nederland: die over de Maas in Maastricht is daar een voorbeeld van.
In de 19e eeuw kreeg men beschikking over staal en werden er grotere en sterke overspanningen gemaakt. Bekend is de Willemsbrug over de Maas in Rotterdam: De Hef genaamd, die zo hoog geheven kon worden dat er zelfs zeeschepen onderdoor konden.
Mensen doken, soms met dodelijke afloop, van de hoge brugtorens af. Bij waterwegen moeten bruggen vaak open kunnen. Daarop vond men ook veel oplossingen. De ophaalbrug, de draaibrug – De oude brug over het Merwedekanaal in het Zandpad – De hefbrug, de schipbrug – denk aan de beroemde over de baai in Willemstad Curacao – de vlotbrug, een drijvende brug dus die opzij gevaren kan worden. Het dorp Sintmaartensvlotbrug aan het Noordhollandskanaal dankt haar naam aan deze oeververbinding.
Onze oudste brug: De Geinbrug, is nooit beweegbaar geweest. De eerste was van hout, in de vorige eeuw is de huidige brug gebouwd en krijgt nu een opknapbeurt en een verbreding in het nieuwe plan.
Vroeger lag over het Smal Weesp tussen het Zandpad en de Stammerdijk een dubbele ophaalbrug. De sluis naar het Amsterdamrijnkanaal is later gegraven en het water direct langs het laatste stuk van het Zandpad gedempt. Nu staan daar de huizen met oneven huisnummers.
Op de foto ziet u die oude brug. De brug werd dus verplaatst naar zijn huidige plek. Ik trof op internet onder “bruggen in Weesperkarspel” een foto van de ophaalbrug uit 1940 over de sluis en zag dat het brugwachtershuisje aan de andere kant stond. Misschien heeft een van de lezers daar een verklaring voor. Die hoor ik graag
Tjark Keijzer